lichess.org
Donate
stukken op de rand

stukken op de rand

Stukken op de rand - een schand?

Chess
Soms oefenen stukken vanop de rand van het bord een opmerkelijke actieve rol uit - met andere woorden, er zijn altijd uitzonderingen op algemene regels.

Één van de minder courante zaken die ik heel soms vaststel in mijn partijen, is dat stukken op de rand een vaak grote invloed kunnen uitoefenen op het spelverloop. We leren allemaal dat stukken centraal moeten opgesteld worden (vooral de dame, de paarden en in mindere mate de lopers), maar bij momenten lijkt het alsof de regels even opzij gezet zijn en je even goed met je stukken zover mogelijk van het centrum kan blijven.
Dit was me soms al eens opgevallen in mijn eigen partijen, en één keer had ik zin om mijn laatste stuk ook terug op de onderste rij te zetten – alleen was er toen een zet die ik iets beter vond...

Hier had ik echt zin in het esthetische 25.Db1, wat een acceptabele zet is, maar niet de beste (dat is misschien Lf2, maar er zijn ook andere kandidaten), maar ik koos tenslotte voor g3, wat net als Db1 een gelijke stelling oplevert. Dergelijke geometrische patronen vallen me wel vaker op, van “paardenvierkanten” en “pionnenvierkanten” tot andere bijzonderheden.
Sommige openingen lenen zich ook tot het plaatsen van de stukken op de onderste rij (of op de a- of h-kolom van het bord). Zo is het Frans (en meer specifiek de Winawer) een typisch voorbeeld, waarbij het kan gebeuren dat wit en/of zwart met hun stukken via de rand van het bord moeten opereren. Dat het centrum vaak dicht zit en de acties via de vleugels moeten verlopen, zal hier niet vreemd aan zijn.

Stukken op de rand komen ook voor in toppartijen; zo is er de bekende zesde matchpartij uit het eerste WK tussen Karpov en Kasparov, waar zwarts stukken na de 20ste zet allemaal op de rand van het bord staan. Wit staat wel nog beter in die stelling, en had wat later zelfs kunnen winnen (met 27.Pf5). Maar je kan zwarts stelling bezwaarlijk overwegend noemen, dus misschien heeft deze partij mij wel voor dit thema geïnspireerd, maar een goed voorbeeld is het allerminst.

Er is ook hun onderlinge partij uit Linares 1993, waar Kasparov met zwart als een orkaan tekeer ging en Karpov met wit letterlijk met de rug tegen de muur zette na 22 zetten. Ik vind dat dit voorbeeld ook niet echt telt omdat het de bedoeling is om vanuit een positie van sterkte je stukken te laten werken vanop de rand – hier werd wit weggespeeld en gaf zelfs op op zet 27.

Een extreem voorbeeld vinden we – hoe kan het anders – in de compositiewereld. Deze studie (van Matsukevich?) vond ik op de twitter account van Emil Sutovsky. Als uitsmijter deze mat in 2.